Hieronder treft u een overzicht van de deelsessies dat deelnemers op 4 november 2014 is aangeboden. Voor het 4e Jaarcongres op 3 november 2015 wordt een nieuw deelsessieaanbod samengesteld. Zodra hier meer over bekend is dan vermelden wij dat op de pagina deelsessies van de congreswebsite.
• ouders en leerkrachten in gesprek laten gaan rondom onderwerpen die onze aandacht vragen
• om begrip en draagkracht te creëren als het gaat om gedrag en zorg ten aanzien van kinderen
• gezamenlijkheid als het gaat om educatief partnerschap, opvoeden en leren.
Kernwoorden zijn: voorstructuren, transparantie en veiligheid.
Onderwerpen kunnen zijn: (ingrijpende) ervaringen en de invloed op het gedrag; onmacht versus weerstand; het delen van zorg.
Doelgroep: leerkrachten
Hans Götze, speltherapeut en eigenaar Het Natuurlijk Hart, training en advies over opvoeden.
Motorische ontwikkeling/hersenontwikkeling/stoornissen
9. Een jonge beelddenker (vindt plaats in ronde 1)
Tijdens de lezing Een jonge beelddenker geeft Tineke Verdoes aan de hand van talloze praktijkvoorbeelden, casussen en tips aan hoe je als leerkracht om kunt gaan met de beelddenkers in je groep. Ze gaat in op de kenmerken van beelddenken, het sorteergedrag, de manier van problemen oplossen, het plannen en organiseren in de kleuterklas en groep 3, leren door middel van beleving. Ze laat aan de hand van taal- en rekenvoorbeelden zien hoe je rekening kunt houden met beelddenkers en daarbij put ze uit haar jarenlange ervaring als juf in de onderbouw.
Tineke Verdoes, leerkracht en remedial teacher, eigen praktijk kindertalenten en auteur van de boeken Denken in beelden en De jonge beelddenker.
10. Peuteren en kleuteren, de breintheorie van het jonge kind (vindt plaats in ronde 1)
Deze deelsessie gaat kort in op de gespannen ontmoeting tussen kinderopvang en onderwijs en hun professionele opvattingen over het beste aanbod voor peuters en kleuters. Dan volgt een theoretische, maar toegankelijke neuro-wetenwetenschappelijke benadering van de bijzondere manier waarop jonge kinderen leren: eerst ervarend leren, dan leren door patroonherkenning en daarna pas denkend leren.
Betsy van de Grift, onafhankelijk adviseur en publicist voor sectoren Onderwijs en Opvoeding aan Jonge Kinderen. Auteur van onder andere Manager van Alles, over het management in de kinderopvang en Kinderkoppie, over het kinderbrein en het belang van een rijke leeromgeving. Voor beide sectoren is zij een veelgevraagd spreker en dagvoorzitter van congressen.
11. Techniek met jonge kinderen (vindt plaats in ronde 2)
Kind zijn is nieuwsgierig zijn. Alles uitproberen. Al je zintuigen gebruiken om de wereld om je heen te ervaren. Die wereld is vol met de producten van wetenschap en technologie. Alle reden dus om jonge kinderen hier op los te laten! Want hoe beter ze hun leefwereld begrijpen, hoe meer ze zich later vertrouwd zullen voelen met techniek. Techniek met jonge kinderen kan dan ook een eerste gerichte kennismaking zijn met de hoofdvragen van de techniek: Hoe werkt dat? Hoe maak je dat? En: Kan dat beter? Jonge kinderen zijn onbekend met bestaande oplossingen maar compenseren dat door creativiteit en experimenteerdrift. Deze talenten kun je ontwikkelen! Tijdens de deelsessie worden voorbeelden gegeven en filmpjes getoond met jonge kinderen die diep doordenken. Er is een boekentafel met speel- en lesideeën.
Dr. Hanno van Keulen, lector Leiderschap in Onderwijs en Opvoeding, Hogeschool Windesheim Flevoland, Almere.
12. Leer mij niet hoe ik zitten moet (vindt plaats in ronde 1)
Wat een baby wél van ons wil leren, bespreken we in deze deelsessie over de motorische ontwikkeling van nul tot één jaar.
Tineke van Westerop, kinderfysiotherapeut (np), trainer en adviseur voor de kinderopvang.
Creatieve ontwikkeling
13. De mooiste spelideeën liggen in de container! (vindt plaats in ronde 2)
Kinderen hebben niet veel nodig om lekker te kunnen buitenspelen. Zand en water is op zich al een feestje. In deze deelsessie ontvang je ideeën om het buitenspelen voor elk kind aantrekkelijk te maken. Niet alle kinderen worden uitgedaagd door een klimrek of stuurkar. Juist voor deze kinderen kun jij als begeleider/leerkracht het verschil gaan maken. Deze kinderen hoeven zich niet meer te vervelen of 'buitenspel' te staan maar ze doen lekker mee en worden uitgedaagd door nieuwe activiteiten en... het is nog gratis ook!
Marja van Delden, buitenspeelcoach en eigenaar Kommee.
14. In het sprookjesbos.
Ontdek hoe bekende sprookjes kunnen dienen als thema voor natuurbelevingsactiviteiten voor jonge kinderen. (vindt plaats in ronde 1)
Tijdens de deelsessie leer je hoe je de brede ontwikkeling van kinderen kunt stimuleren door middel van groene activiteiten. Waar komen de appels van Sneeuwwitje eigenlijk vandaan en hoe kan het dat het lelijke jonge eendje een zwaan wordt? In het sprookjesbos wordt de natuur ingezet als middel om spelenderwijs zintuigen, sociale vaardigheden, creativiteit en taalontwikkeling te stimuleren. Kinderen ontdekken In het Sprookjesbos dat zij onderdeel zijn van de natuur en leren er goed voor te zorgen; spelenderwijs, gezond en veilig; ook in een stedelijke omgeving; dat is het uitgangspunt. Neem voor meer info een kijkje op www.inhetsprookjesbos.nl.
Suzanne Wardenaar, eigenaar Bloeiend, auteur In het Sprookjesbos. Sprookjes gericht op natuurbeleving voor jonge kinderen.
15. Dans, rekenen en taal samen in het speellokaal (vindt plaats in ronde 2)
Dansen is leuk! Door te dansen leren kinderen van alles over hun lijf, de ruimte en muziek. Door de doelen voor rekenen en taal te verbinden aan de dansmomenten leren de kinderen sneller en makkelijker. Dans je mee?
Lenneke Gentle - Scherrewitz, directeur van Studio Swing, Kenniscentrum voor Leren door Dans.
16. Vrij tekenspel versus kleurplaten (vindt plaats in ronde 2)
Kinderen zijn van nature onderzoekers en worden gefascineerd door hun eigen sporen. Dat kunnen voetstappen in het zand zijn, gemorste yoghurt op de tafel, of krassen op papier. Hoe ontwikkelen deze sporen zich tot een eigen beeldtaal? We hebben het over het nut of de terreur van kleurplaten en gaan zelf aan de slag. Tijdens de sessie gaan de deelnemers ‘met een lijn uit wandelen’ zoals de kunstenaar Paul Klee ooit zei. Het gaat erom tekenen (weer) als vrij spel te ervaren, zonder prestatiedruk maar met plezier, rijke verbeelding en eigen ontdekkingen.
Sabine Plamper, cultuurpedagoge, Atelier in een Koffer,
Titia Sprey, beeldend kunstenaar, Atelier in een Koffer.
17. Speel je wijs woordenschat (vindt plaats in ronde 1)
Het ontwikkelen van woordenschat is bij uitstek geschikt om te combineren met drama en spel. Je begrijpt woorden beter als je ze daadwerkelijk beleeft omdat je niet alleen je hoofd gebruikt, maar je hele lijf. In deze sessie gaan we actief aan de slag. Je krijgt praktische tips en wordt geïnspireerd om jonge kinderen op een plezierige manier te stimuleren in hun woordenschat- en spelontwikkeling.
Irma Smegen, auteur/trainer van Speel je wijs Theater, drama en spel voor taalontwikkeling op de basisschool & Speel je wijs woordenschat (www.speeljewijs.com), tevens drama- en opleidingsdocent bij de International Teacher Education for Primary Schools en lid van de kenniskring van het lectoraat Early Childhood van Stenden Hogeschool.
Ouders
18. Ouders en professionals op de peutergroep - Weten wat werkt (vindt plaats in ronde 1)
Het betrekken van ouders blijft een uitdaging voor pedagogisch medewerkers en leidsters die op de peutergroepen werken. Dit geldt zeker voor professionals die ouders en peuters graag thuis aan de slag willen laten gaan met ontwikkelingsgerichte activiteiten. Terwijl dit toch de meest effectieve component is als het om ouderbetrokkenheid gaat, zo blijkt uit onderzoek.
Sardes heeft het afgelopen jaar uitgebreid onderzoek gedaan naar wederzijdse verwachtingen, ervaringen en samenwerking tussen ouders en professionals op de peutergroep. Op basis van onze bevindingen presenteren we wat wél werkt met betrekking tot ouderbetrokkenheid op de peutergroep en waarom.
Deze deelsessie is bedoeld voor pm'ers en coaches die werkzaam zijn op de peutergroepen
Dr. Paulien Muller, onderzoeker/adviseur, Sardes.
Taal en communicatie
19. Taal en interactievaardigheden (vindt plaats in ronde 2)
Goede professionals bieden kinderen een warme, veilige en stimulerende omgeving door te zorgen voor positieve interacties. Een voorwaarde daarbij is dat hun taalgebruik rijk, correct en interactief is. In de TINK-training wordt daarom gewerkt aan het verbeteren van taal- en interactievaardigheden.
Deze deelsessie is een voorproefje van een nieuwe training. TINK is ontwikkeld in het kader van het programma Kwaliteitsimpuls van het ministerie van SZW, dat wordt gecoördineerd door BKK. Dat betekent dat er een subsidieregeling is om TINK te kunnen volgen. Het voorproefje dat wij geven is geschikt voor pedagogisch medewerkers en locatiemanagers van kinderopvang en voor professionele trainers die een trainerslicentie willen verkrijgen.
Drs. Marianne van Teunenbroek, adviseur/trainer, Sardes.
Dr. Jeroen Aarssen, adviseur/procesbegeleider, Sardes.
20. Taal èn denken stimuleren door spelen en gesprekjes met jonge kinderen (vindt plaats in ronde 2)
De focus van de deelsessie ligt op het stimuleren van het denken en het leren vertrouwen op eigen waarneming door middel van bepaalde gesprekstechnieken. Een vaardigheid die kinderen in deze informatiemaatschappij niet vroeg genoeg kunnen leren. Dit gebeurt heel spelenderwijs en door kinderen veel tijd en ruimte te geven om te experimenteren met concrete en echte materialen. De leerkracht stelt tijdens en na het spelen denkvragen op het niveau van het kind.
Monique van Leeuwarden, trainer/ innovatie- en organisatieadviseur onderwijs en kinderopvang. Specialist jonge kind, CED-Groep.
Beleid
21. De toekomst van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang en de betekenis ervan voor het basisonderwijs (vindt plaats in ronde 2)
Peuterspeelzaalwerk is er al heel lang, aanvankelijk vooral om kinderen meer speelmogelijkheden te bieden. Het ging vooral om kinderen van 2½ - 4 jaar. Peuterspeelzaalwerk is vanaf 2000 een rol gaan spelen bij het extra stimuleren van peuters met achterstanden binnen voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Vanaf het midden van de jaren negentig is kinderopvang sterk in opkomst. Die is bedoeld voor opvang van kinderen van 0-4 jaar van werkende ouders. Vanaf 2006 is de kinderopvang ook steeds meer in beeld gekomen bij het VVE-beleid. Hoe moeten we de twee systemen zien ten opzichte van elkaar?Welke perspectieven zijn er op de ontwikkeling van de voorschoolse voorzieningen? Hier gaat deze deelsessie nader op in: doorgaande lijn, overdracht, afstemming, overleg zijn centrale thema’s bij de presentatie.
Dr. Berend Schonewille, senior adviseur/onderzoeker, Sardes.
22. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling – bij ernstige zorgen omtrent het welzijn/de veiligheid van een kind (deze deelsessie is wegens omstandigheden komen te vervallen)
Als beroepskracht, werkende met jonge kinderen, stel je jezelf ongetwijfeld wel eens de vraag: ‘Wat te doen als ik me ernstig zorgen maak omtrent het welzijn/de veiligheid van een kind?’ In deze deelsessie wordt ingegaan op hoe te werken met de meldcode, waarbij het ‘signaleren’ en de ‘gespreksvoering met ouders’ speerpunten zullen zijn.
Esther Mollink, preventiemedewerker kindermishandeling, Bureau Jeugdzorg Overijssel / AMK